Mijn vogel wordt mager

De beste manier om te bepalen of een vogel te mager is, is om de bespiering rond het borstbeen te beoordelen. Op het borstbeen zit een uitstekende kam, deze moet net te voelen zijn. Bij een vette vogel zal de borst rond zijn, en de kam niet te voelen. Bij een te magere vogel zal de kam meer uitsteken en ‘scherper’ aanvoelen.

Een vogel die mager wordt krijgt niet voldoende voedingsstoffen binnen om op gewicht te blijven. Het kan zijn dat hij te weinig eet, maar het kan ook zijn dat het lichaam abnormaal veel energie verbruikt.

Als een vogel weinig eet, ga na of het voer van goede kwaliteit is. Kijk ook naar de snavel. Als deze afwijkend van vorm is geworden, kan het zijn dat de vogel moeite heeft met eten. Soms zijn de bakjes leeg, maar liggen op de bodem van de kooi veel ongepelde zaden. Een afwijkende snavel kan komen door verkeerde voeding, trauma of een infectie.

Bij een vogel die evenveel voer binnenkrijgt als vroeger maar toch afvalt, kan het zijn dat het voer niet goed wordt verteerd. Een deel van de energie in het voer kan de vogel niet gebruiken. Dit kan voorkomen bij bijvoorbeeld zware worminfecties, darmontstekingen, kliermaagverwijdingssyndroom, atoxoplasmose etc. Bij de meeste patiënten zal ook de ontlasting afwijkend zijn. Er zitten bijvoorbeeld onverteerde zaden in, of het bevat veel vet.

Het kan ook zijn dat het energieverbruik van de vogel hoger is. Een mooi voorbeeld is hierbij de plukker. Een vogel die dit al langere tijd doe, zal zo goed als kaal zijn (op de kop na). Een kale vogel raakt erg veel warmte kwijt aan de omgeving, de veren zijn namelijk een uitstekende  isolatie. Het kost dus erg veel energie om warm te blijven. Een vogel die geen kans heeft méér te gaan eten zal afvallen.

Ook ziek zijn kost veel energie. Daarnaast zal een zieke vogel vaak wat minder eten. Het is daarom belangrijk, zeker bij een vogel die niet helemaal in orde is, regelmatig te controleren of hij niet te mager wordt.

Een vogel die helemaal stopt met eten is altijd een spoedsituatie. Vanwege de hogere stofwisseling en de kleine afmetingen, kunnen vogels zeer slecht tegen vasten.

Zeker de kleine zangvogels kunnen al na 5 uur niet eten hieraan sterven. Als de darm namelijk geen inhoud meer bevat kunnen de cellen van de binnenbekleding gaan afsterven.